Survivalrun Zeist

Survivalrun Zeist

Op zondag 24 maart was het zover, de survivalrun van Zeist! Na een reis van bijna twee uur, arriveren de noorderlingen Rixt Reijenga, Thijs Arends en ik, Paul Sporrel, in het zonnige Zeist. We hadden ons ingeschreven voor de survivalrun van 8 kilometer recreatief. Rixt en ik zouden starten in dezelfde startgroep die om 13:50u los ging. Oké; snel omkleden dan en tempo maken naar het startterrein.

Na drie snelle warming-up oefeningen meldden wij ons bij de start en werden we opgewacht door een man van de organisatie die ons verbaasd stond aan te kijken toen hij onze nummers zag. Jongens, jongens, jullie starten over 3, 2, 1, gaan! Nou mooi zo, niks te lang gewacht dus. Als eerste moesten we een schijf van een boomstam zagen. Vrolijk begon ik te zagen en tevens stond ik te genieten van de heerlijke zonnestralen. Vol trots liep ik met mijn schijfje hout naar één van de boxen waar een deksel op zat met een beperkte opening… “Oh? Waarom had mij niemand verteld dat zo’n schijf maximaal vier centimeter breed mocht zijn?” Wederom een verbaasde blik mijn kant op; “Dit is je toch verteld bij de start?” Als een redder in nood kwam daar de nuchtere Rixt aan die de deksel optilde van de box en mijn schijf erin gooide, hopla we kunnen verder Paulus! Glimlachend liepen we verder, de eerste hindernis was voltooid!

De enthousiaste vrijwilligers van Slopend uit Delft bij de staplussen en lianen hindernis.

Het eerste deel van de survivalrun bevatte onder andere swing-overs, apenhangen, kruipnetten, triangels en pakladders. Een mooie diversiteit aan hindernissen en een schitterende omgeving maakte dit voor mij één van de mooiste survivalruns die ik gelopen heb. Na de eerste 3 kilometer kwamen we aan bij een imposant herenhuis waarnaast een enorme stellage was gebouwd van +/- 25 meter lang. Voor de start van de hindernis een flinke kluit aan fitte mensen met hetzelfde shirt als wij. Na tien minuten waren we helemaal op adem gekomen en mochten we starten aan de lange hindernis. Eigenlijk zonder problemen kwam zowel Rixt als ik door de hindernis en vervolgden wij onze survivalrun.

Een pittig begin van de survivalrun en als dit de voorbode was van de komende hindernissen, dan hadden we nog een lange weg te gaan. Toen we ongeveer op 4 à 5 kilometer van de survivalrun waren hebben we een van de vrijwilligers gevraagd hoever het nog was. Met het antwoord dat wij al over de helft waren en de combinaties korter zouden worden konden we met frisse moed weer verder. Door het vele wachten bij de hindernissen en zijn hoge tempo had onze vriend Thijs ons ondertussen bijgehaald, waarna wij besloten met zijn drieën verder te gaan. Bij hindernis 13 stond ons wederom een lange combinatie te wachten. Het betrof hier vijf grote staplussen gevolgd door acht lianen. Tot onze grote blijdschap hadden ze hier drinken ingeschonken en lagen er stukken banaan en sinaasappel. Als eerste ging ik van start, met weinig problemen vloog ik door de hindernis en eenmaal bij de lianen aangekomen had ik nog mooi een efficiënte tip van Jesper Hommes kunnen gebruiken. Bij het overslaan van lianen zorg dan dat je deze voorbij gaat met je rug richting de liaan gekeerd, dit zorgt ervoor dat je voeten niet verwikkeld raken in twee touwen. Helaas zijn Rixt en Thijs gestrand bij de lange serie lianen en moesten zij daarom hun polsbandjes inleveren. Rixt is met mij verder gelopen en heeft alsnog veel hindernissen gedaan.

De survivalrun was opgesteld in een bosrijk gebied, op sommige stukken bospad moest je daarom ook goed opletten waar kleine boomstronken naar boven kwamen. Door goed op je voorvoeten te lopen kan je behoorlijke kneuzingen voorkomen. Tot hindernis 26 kwam ik eigenlijk probleemloos door de hindernissen, dit werd mede mogelijk gemaakt door het fanatieke aanmoedigen van Rixt. Eenmaal bij hindernis 27 aangekomen stond ik voor een combinatie van vier staplussen, waarbij elke keer een swing-over gedaan moest worden. Gevolgd door lianen, onder een rubberen mat door, over een pallet heen klimmen, lianen, een apenhang van 10 meter en over de balk heen. Toen ik eenmaal onder de mat door was, waar je de grond niet mocht aanraken en daarom via een lage voetklem jezelf op armkracht weer omhoog moest tillen, voelde ik flinke verzuring in de armen. Voor het eerst in de survivalrun liet ik mij even op de grond zakken om de verzuring uit de armen te schudden. Heel eerlijk, op dit moment dacht ik dat ik niet meer verder zou kunnen. Een vrijwilliger stond het toe dat ik niet opnieuw onder de mat door hoefde te kruipen. Tot mijn grote opluchting heb ik de combinatie kunnen voltooien. Tijdens het laatste stukje lopen richting hindernis 28, heb ik de armen flink los lopen schudden om me op te maken voor de eindhindernis. Een spectaculaire hindernis die boven een zwembad was opgebouwd. De eindhindernis bestond uit een kleine klimwand, groot klimnet, tarzanzwaai (althans zo noem ik hem altijd) over het water, een daknet, lianen en onder acht balken door. Tijdens deze laatste hindernis stonden Rixt en Thijs te brullen langs de kant, ze hebben mij door deze laatste meters heen weten te slepen. Mijn armen waren denk ik een halve meter langer na deze survivalrun, maar wat hebben we genoten! Op naar de volgende survivalrun!

Paul Sporrel