De lange weg naar Kootstertille

De lange weg naar Kootstertille

Wedstrijdverslag door Rob Rooijakkers

Zondag, 10 maart, stond de Survivalrun van Kootstertille op het programma. Voor mij was de weg naar Kootstertille in meerdere opzichten erg lang. In de eerste plaats vanwege de 230 kilometer enkele reisafstand, maar bovenal omdat dit de eerste run was na mijn liesbreukoperatie een half jaar geleden.

Vol goede moed en met weinig verwachtingen heb ik me ingeschreven voor de recreatieve middellange survivalrun van 11 km. De lage verwachtingen heb ik wellicht iets te serieus genomen, want waarbij ik normaal gesproken alle YouTube filmpjes van “Renzo de Boomverzorger” en “Survivalrun Coaches” van eerdere edities bekijk om me voor te bereiden op de hindernissen, ben ik er deze keer helemaal blanco ingestapt. De blanco aanpak in combinatie met de bourgondische periode van Kerstmis tot Carnaval hebben, achteraf gezien, niet gezorgd voor mijn gedroomde rentree

Het fluitsignaal… eindelijk ik mag weer aan de bak. Eerste hindernis: een swing-over met autoband over een dikke balk. De eerste poging mislukt. De tweede poging ook… op zoek naar een dunner stukje balk, maar het wil niet lukken. Mijn rentree begint dus met een nieuw record: bandje kwijt tijdens de eerste hindernis. En nu maar hopen dat het thuisfront dit niet heeft gezien tijdens de livestream op internet. Een beetje met lood in mijn schoenen en een donderwolk boven mijn hoofd de tocht toch vervolgd.

En dan de tweede echte hindernis, een kleine combi boven het water. Touwtje, apenhang en afsluiten met een swing-over om vervolgens via het water naar de kant te gaan. Ik zie mijn buurman in het water zakken tot zijn middel en volg zijn voorbeeld. Maar of het nu kwam door het lood in mijn schoenen of omdat ik de linkerbaan had gekozen? Ik ga letterlijk kopje onder.

Kletsnat en ijskoud ga ik weer verder. En de donderwolk barst ook nog eens… natte sneeuw. In de auto op de heenweg al gehoord dat de City Pier City Loop werd afgelast vanwege onstuimig weer. Maar in Kootstertille betekent dit gewoon de gebruikelijke strijd tegen de elementen die typerend is voor survivalruns. Al moet ik zeggen dat de strijd tegen de elementen mij niet echt parten speelde. Het was vooral de strijd tegen mezelf.

Opgeven is geen optie, dus alle moed weer bij elkaar geraapt en de resterende 10 kilometer verder geploeterd door drassige weilanden en over modderige paden. De hindernissen waren erg uitdagend en gevarieerd, al moet ik zeggen dat ik wel erg veel dikke balken ben tegengekomen. Na mijn “flitsende” start heb ik, tot verbazing van mezelf, nog een behoorlijk deel van de hindernissen kunnen overwinnen. Dit kwam mede door de enthousiaste vrijwilligers die je veelal in het Fries aanmoedigden of aanwijzingen gaven. Al ben ik er hardleers achter gekomen wat “Kniejdiép” betekent, nadat ik bij een afstapje languit in de sloot was beland.

O ja, en dan die eindhindernis: twee horizontale balkjes op heuphoogte dicht naast elkaar… een zeer bijzondere uitdaging voor zo’n gezellige dikkerd om tot bij de bel te komen…

Tijdens het schrijven van dit verslag, 4 dagen na de run, heb ik nog steeds spierpijn en kan ik nog niet fatsoenlijk een trap aflopen. Toch kijk ik uit naar volgend jaar waarbij ik weer aan de start zal verschijnen. De doelstelling is dan vooral om de medaille die ik dit keer links heb laten liggen vol trots mee naar huis te kunnen nemen.